Tentoonstelling ‘Open je Ogen voor mensenhandel’

De reizende fototentoonstelling ‘Open je ogen’ bestaat uit 30 levensgrote portretten van slachtoffers van mensenhandel. In combinatie met hun verhalen geven zij het probleem van mensenhandel letterlijk een gezicht. Van woensdag 9 februari tot woensdag 2 maart is deze expositie in Barneveld gratis te bezoeken. 

De portretten staan op het grasveld tussen kasteel de Schaffelaar en De Oranjerie. Via codes op de portretten zijn de verhalen van de slachtoffers te lezen. Ook is er een informatiebord. ‘Open je ogen voor mensenhandel’ is een initiatief van CoMensha, het landelijk Coördinatiecentrum tegen mensenhandel in Nederland, in samenwerking met Stichting Open Mind. Het beeld voor de expo is gemaakt door Ernst Coppejans. De tentoonstelling doet sinds 2016 verschillende gemeenten aan. De gemeente Barneveld vindt het belangrijk om het thema mensenhandel ook hier onder de aandacht te brengen. 

Mensenhandel

Mensenhandel komt voor in vele vormen. Zoals seksuele uitbuiting, gedwongen criminaliteit of arbeidsuitbuiting. Het is belangrijk om de signalen te herkennen. ,,Dit soort uitbuiting en misbruik kan ook in de gemeente Barneveld gebeuren, maar vaak is er te weinig zicht op het fenomeen. Het is van belang dat er meer bewustwording over de vaak verborgen wereld van mensenhandel ontstaat”, aldus CoMensha.

De tentoonstelling vertelt echte verhalen, van echte slachtoffers. Bijvoorbeeld het verhaal van Brenda. Zij kwam als meisje van 15 via een vriendinnetje terecht bij een verkeerde groep jongens, waardoor ze aan de drugs raakte en vervolgens werd misbruikt en uitgebuit. 

Officiële opening 9 februari

De expositie wordt woensdag 9 februari officieel geopend door Sameena van der Mijden. Zij is 1 van de geportretteerden en auteur van het boek ‘Mijn ultrarun uit de gedwongen prostitutie. De tentoonstelling ‘Open je ogen voor mensenhandel’ is gratis te bezoeken en geschikt voor volwassenen en jongeren vanaf groep 7.

© Fotocredits: Comensha, Stichting Open Mind en Fotografie Ernst Coppejans.