Signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling herkennen

Iemand die slachtoffer is van mishandeling door een naaste, dus door iemand uit huiselijke kring, is daar vaak niet open over. Slachtoffers van huiselijk geweld zien zichzelf liever niet als slachtoffer. Of ze willen/kunnen het (nog) niet zo zien. Vaak zijn er gevoelens van schaamte en onvermogen. Of juist hoop, dat het wel weer voorbij gaat. Maar ze hebben hulp nodig. Daarom is het zo belangrijk dat je de signalen herkent en hierover kunt overleggen met Veilig Thuis.

Zo herken je de signalen van:

Een slachtoffer van partnergeweld herken je mogelijk aan:

  • (verdekte) verwondingen als blauwe plekken, bijt- en brandwonden;
  • vermoeidheid, angst- en depressieklachten;
  • hoofdpijn, maagpijn en andere gezondheidsklachten;
  • schichtig gedrag en weinig oogcontact;
  • weinig vrienden/contacten buitenshuis;
  • afspraken die op het laatste moment steeds worden afgezegd;
  • tegenstrijdige verhalen over partner of familie;
  • een partner die vernederende opmerkingen maakt;
  • een partner die veel dingen verbiedt en het geld beheert.

Een slachtoffer van kindermishandeling is vaak:

  • gewond op onlogische plekken;
  • schrikachtig bij een aanraking;
  • stil en teruggetrokken;
  • of juist druk en oververmoeid;
  • niet graag thuis en/of alleen thuis;
  • hongerig en onverzorgd;
  • het pispaaltje van de ouders (negeren, beledigen).

Vindt meer informatie over het herkennen van kindermishandeling op de website van het klokhuis.

Bij ouderenmishandeling merk je bijvoorbeeld dat het slachtoffer:

  • verwondingen heeft op onlogische plekken;
  • hiervoor onsamenhangende verklaringen geeft;
  • schrikt van onverwachte aanrakingen;
  • vermoeid, angstig of depressief is;
  • schichtig en teruggetrokken gedrag vertoont.

Symptomen van ontspoorde mantelzorg zijn dat de mantelzorger:

  • zich gemeen of agressief gedraagt naar de oudere;
  • de oudere onverzorgd en/of hongerig laat rondlopen;
  • ongevraagd kalmerende medicijnen toedient bij de oudere;
  • niet toestaat dat de oudere bezoek/telefoon ontvangt of buitenkomt;
  • de oudere in het bijzijn van anderen steeds het woord ontneemt;
  • de oudere geen toegang geeft tot zijn/haar eigen post of financiën.

Van financieel misbruik is sprake als iemand van de oudere:

  • geld, sieraden of goederen wegneemt/achterhoudt;
  • ongevraagd eigendommen verkoopt;
  • een machtiging en/of bankrekening misbruikt;
  • een testamentwijziging of wilsbeschikking afdwingt;
  • geld gebruikt om zelf boodschappen te kopen.